ALGEMENE BESCHOUWINGEN BEGROTING 2014: ‘IS VOERENDAAL AF? OF IS HET GELD OP?’
Hier treft u de tekst van de algemene beschouwingen begroting 2014 van de PvdA fractie aan.
Financiële perspectief
De voorliggende begroting is meerjarig sluitend. Na de verwerking van de septembercirculaire eindigen 2017 en 2018 echter in het rood. Hier ligt een opgave en uitdaging voor een volgend college, aldus het zittend college.
Wat onze fractie betreft zit daar nu net de pijn. In deze raadsperiode is door het zittend college de fraaie reservepositie verdwenen als sneeuw voor de zon. Het na de verkoop van de Essent-aandelen zo stevige weerstandsvermogen, moet het nu doen met een het predicaat ‘voldoende’. Aan het begin van deze raadsperiode bedroegen de reserves bijna 24 Mio, eind 2018 is daar minder dan 13 Mio van over. Maar wat misschien nog belangrijker is, is dat de vrije besteedbare reserves die ons weerstandvermogen vormen, anno nu, nog uitsluitend bestaat uit onze algemene reserve 3,5 Mio, terwijl de vrij besteedbare reserves aan het begin van deze raadsperiode nog vele miljoenen hoger waren. Hoe kan het ook anders, alle reserves zijn immers ingezet om de torenhoge ambities en investeringen uit te betalen en kunnen dus niet meer dienen als buffer voor tegenslagen. De portefeuillehouder financiën opperde al het gebruiken van de onbenutte belastingcapaciteit om de structurele weerstandcapaciteit weer op orde te brengen. Of in gewone mensentaal, de belasting voor onze burgers, straks na de verkiezingen van komend jaar, extra te verhogen.
Maar ondanks het opsouperen van onze reserves lukt het niet om een meerjarig sluitende begroting te presenteren. Sterker nog. Het is zelfs nodig om alle denkbare voordelen alvast in te boeken en de zeer reële risico’s te negeren.
Een paar voorbeelden:
- T/m 2018 trekt het college voor € 21 Mio aan nieuwe leningen aan. In de begroting is voor deze leningen rekening gehouden met een rente percentage van slechts 1,35%. Dat is een historisch laag percentage en daarom is het een zeer reëel risico dat aanzienlijke rentetegenvallers in het verschiet liggen. Voor uw beeldvorming: een stijging van de rente met 1% voor de helft van die benodigde € 21 Mio betekent al een nadeel dat kan oplopen tot € 100.000 jaarlijks.
- Verder zijn de Kompas-meerjarenramingen in Voerendaal rooskleurig ingevuld door alvast een voordeel in te boeken van € 100.000. In de begroting 2013 stond hier nog een ingeboekt voordeel van € 60.000!
- Verder is in deze begroting nog op geen enkele wijze geanticipeerd op de vrijval van de APG-belegging van ruim € 11 Mio in 2019. Tel maar even uit. De € 11 Mio met een rendement van 4% wordt ingezet om de eerdergenoemde leningen af te lossen waarvoor wij volgens het college maar 1,35% rente gaan betalen. Een nadeel van ruim 2,5% van € 11 Mio. Een nadeel van ruim € 250.000 jaarlijks. Maar 2019 is nog ver weg. En dit college wil nu scoren.
- Daarnaast is het maar de vraag hoe de bezuiniging op het ambtelijk apparaat gaat uitpakken. Rekent dit college zich niet te vroeg rijk. Kan deze inkrimping wel zonder dat de burger daar iets van merkt, zoals het college betoogd. Het moet nog maar blijken of het ingekrompen ambtelijk apparaat de werklast aankan. Zeker als je bedenkt welke extra taken op de gemeente afkomen.
Dit College stelt nu een belastingverhoging voor van 3% jaarlijks. Dat is met structurele doorwerking over 4 jaar een belastingverhoging van 12,5 % Er was eens een College dat éénmalig de OZB-belasting verhoogde met 10% En daar liep het raadslid Leunissen toen vreselijk tegen te hoop.
Ons probleem is niet alleen de 3% verhoging van de OZB. Maar ons probleem is vooral ook dat de kans groot is dat, door de in de begroting opgesloten risico’s, verdere belastingverhoging noodzakelijk zal blijken.
Zoals wij al bij eerdere beschouwingen hebben aangegeven is het dan natuurlijk niet meer zo’n huzarenstukje om zelfs in deze financiële moeilijke tijden een deels sluitende begroting te presenteren. Maar rekening houdend met de zojuist genoemde punten wordt de zogenaamde ‘uitdaging’ voor het volgende college een hels karwei, waarvan onze burgers ongetwijfeld de gevolgen zullen gaan merken. En daarvoor kunnen we dan echt niet de schuld in de schoenen van ‘Den Haag’ schuiven. Want een verantwoord financieel beleid in de deze raadsperiode had dit kunnen voorkomen. Kortom, dit College staat voor potverteren in het zicht van de verkiezingen en uitzicht op een stevige belastingverhoging erna. En als toppunt van cynisme noemt U dit: ‘een uitdaging aan het nieuwe College’.
Natuur en landschap, recreatie en toerisme
In de begroting wordt geschrapt in de diensten die van het IKL worden afgenomen. De bijdrage aan het onderhoudsprogramma dat door IKL binnen onze gemeente wordt uitgevoerd, wordt met een bedrag van € 17.000 gekort. Als tegemoetkoming wordt in de begroting gesteld dat het werk nu wordt uitgevoerd door eigen mensen en de inzet van WsW-ers. Op zich is dat mooi, maar de specifieke kennis en vaardigheden die binnen het IKL aanwezig zijn worden dan niet meer benut. Tevens wordt de optie gesteld dat de inzet van het IKL bij het uitvoeren van het Groenstructuurplan wordt bekeken. Maar zoals de wethouder voor Groen weer is overkomen: voor het Groenstructuurplan is geen budget opgenomen in de begroting. Een dode mus derhalve. Op elke € die we nu besparen op de inzet van het IKL, missen we straks ook eenzelfde € van de provincie voor het uitvoeren van groen-blauwe diensten. En dat terwijl de vraag naar groen-blauwe diensten onder de Voerendaalse burgers, de beschikbare financiële ruimte ver overstijgt. Een dubbele gemiste kans op het veilig stellen van een goed onderhouden, goed ingericht en goed toegankelijk buitengebied. Het wordt tijd dat de wethouder voor Groen ook eens een keertje met de vuist op tafel slaat.
Voerendaal wordt geconfronteerd met een merkbaar toenemend aantal overtredingen in het buitengebied. Een voorbeeld daarvan is het overschrijden en verploegen van bermgrenzen. Schade aan de natuur, maar ook water- en modderoverlast zijn het gevolg. Adequaat en snel optreden is hier noodzakelijk, maar blijft helaas achterwege. Dat lokt weer verdere overtredingen uit. Niet alleen gemeentelijk eigendom wordt gekaapt. Ook groenstroken die in het kader van de Herinrichting buitengebied met belastinggeld zijn aangelegd, worden rigoureus omgeploegd, grenspalen worden verplaatst. De gemeente is niet steeds eigenaar van de verloren gronden, maar is voor de burger van Voerendaal wel het eerste aanspreekpunt. Wij zien voor de gemeente ook een actieve rol als het gaat om gronden die geen gemeentelijk eigendom blijken te zijn. En wel de rol van aanspreekpunt voor de burger en de instantie die betreffende eigenaren, vaak waterschap, DLG of BBL, attendeert op de toegebrachte schade. Per slot van rekening is de kwaliteit van het landelijk gebeid onze trots en iets dat heel Voerendaal aangaat.
Regionale Samenwerking
Parkstad
Recent is door de Parkstad-gemeenten unaniem gekozen voor een hernieuwde samenwerking, waarvan IBA een belangrijke component is. Dat vinden wij een goede richting. Slagkracht moet geboden worden. Voor Voerendaal een uitgelezen kans om aansprekende projecten op het grensvlak van stad-en-land, van kolen-en-kalk en van mijnen-en-mergel te realiseren. Samen met partners uit de buurgemeenten. Op die wijze dragen we bij aan een economische ontwikkeling van de (sub-)regio Parkstad. De economische ontwikkeling van Zuid-Limburg in zijn geheel, het van de grond krijgen van economische centra, waar hoogwaardige kennis wordt ontwikkeld en vermarkt, zal bepalend zijn voor onze welvaart hier, voor onze arbeidsmarkt en voor de toekomst van de Voerendaalse jeugd in eigen omgeving. Daarom moeten we ook als gemeente willen investeren in kennis, kunde en kassa op Zuid-Limburgse schaal.
In de begroting is geen budget gereserveerd voor de LED-samenwerking op het niveau van de regio Zuid-Limburg. Een slecht signaal naar de regio, en het ontkennen van het belang van een sterk Zuid-Limburg voor Voerendaal. Voor onze fractie is echter het belang van LED overduidelijk.
VONS of VONSS
Onze fractie heeft met belangstelling kennis genomen van de start van het VONS(S)-samenwerking. In beginsel zijn we daar blij om. Dit sluit aan op het initiatief dat de PvdA-afdelingen van Voerendaal, Nuth en Simpelveld begin dit jaar hebben genomen en dat is ingegeven door de stellige overtuiging dat intensieve ambtelijke samenwerking noodzakelijk is om de extra taken die op de gemeenten, in het bijzonder de kleine gemeenten, afkomen het hoofd te kunnen bieden.
Rijk en Provincie onderkennen de problematiek, willen steun geven en een vinger aan de pols houden. Daarbij spreken ze zich ervoor uit dat alle gemeenten deel uitmaken van sterke regionale samenwerkingsverbanden, uitgaande van de WGR-gebieden en toetsen de provincies op slagkracht, de congruentie van het samenwerkingsverband en regionaal evenwicht. Congruentie wil zeggen een samenhangend verzorgingsgebied met dezelfde bestuurlijke partners waarin de centrumgemeenten hun regionale rol op het gebied van de sociale voorzieningen kunnen vervullen.
Wij zijn van opvatting dat het samenwerkingsverband van landelijke gemeenten in Parkstad met kracht moet gaan werken aan een gemeenschappelijk optreden. De vraag is: wil je in de regio Parkstad samen een partner zijn die mee bepaalt of kies je voor de rol van afnemer in een inkoopmodel. In het eerste geval moet je als landelijke gemeenten samen binnen Parkstad optreden als één partner, met één mond kunnen spreken. Dat vereist naar onze mening, binnen bestuurlijke zelfstandigheid, een ambtelijke integratie, tenminste op de deelgebieden die bij de decentralisatieopgave zijn betrokken. De provincie zal dit ongetwijfeld steunen, mogelijk ook actief.
Als we die weg niet kiezen, en niet verder gaan dan een netwerksamenwerking, zullen we blijven steken in de rol van afnemer in het inkoopmodel. De geluiden uit het de stedelijke gemeenten in Parkstad zijn duidelijk: ‘cherry picking’ en gratis meeliften zal niet meer worden geaccepteerd.
Door de keuze van partners in het VONSS verband wordt de ontwikkeling van een krachtig optreden bezwaard met een hypotheek. In Onderbanken heeft de bevolking zich in een referendum uitgesproken tegen een fusie met Brunssum en voor het inkoopmodel met Heerlen. Een nieuwe richting zal een uitvoerige discussie in Onderbanken vragen.
De deelname van Schinnen brengt een totaal nieuwe discussie op het bord. Moet Schinnen dan niet wisselen van regio? De provincie schrijft in haar koersnotitie VONSS dan ook met één S. Waarschijnlijk In de veronderstelling dat de tweede S een typefout betreft? Het lijkt ons passend dat de colleges de kwestie Schinnen: Parkstad of Westelijke Mijnstreek eerst maar eens bespreken met de provincie. Als daar geen duidelijkheid in komt vrezen wij dat het nu noodzakelijke gewenste krachtig gezamenlijk optreden niet van de grond komt en wij blijven steken in de praatgroep van een netwerkorganisatie.
Groenpilot
Met belangstelling kijken we naar de Groenpilot waarin WsW-ers samen met de eigen buitendienst werken aan het groenbeheer. We zouden dit project graag zien lukken en een voorbeeld worden voor andere projecten. Echter, we maken ons zorgen over de kwaliteit van de begeleiding van de nieuwe medewerkers. In de Licom-tijd kregen WSW-ers, in het bijzonder de ploegleiders daarbinnen, gerichte begeleiding. Uit die begeleiding is door het ontslag van de WOZL-CAO-ers een stuk weggevallen. Wij vertrouwen erop dat het College een vinger aan de pols houdt en passende maatregelen treft.
De ‘participatiemaatschappij’
Alom wordt geschermd met de ‘participatiemaatschappij’. Dat kan in de praktijk van alles betekenen en veel daarvan moeten we nog ontdekken. Wel is duidelijk dat de directe familie- en woonomgeving van de zorgvragende daarin een belangrijke rol gaat spelen. Het college investeert met opmerkelijke haast in buurtvoorzieningen. Of daarbij afgewogen keuzes worden gemaakt is voor ons een vraag. De uitbreiding van Op d’r Platz wordt gemotiveerd met het argument dat zorg geleverd gaat worden. Maar de vraag is of een buurt- of gemeenschapshuis wel de juiste plek is voor dagopvang. Of wordt het argument alleen gebruikt om de bouw van een grote zaal te motiveren? Zijn er voor dagopvang geen lokaliteiten beschikbaar die beter toegerust zijn?
Tegelijk wordt een structuur opgezet van Wijksteunpunten. Het idee van de WSP sluit aan op het uitgangspunt van de nabije omgeving van de zorgvragende. Een WSP zou een plek moeten vinden in een bruisend hart van de buurt. Daar zijn mensen die direct hulp en informele zorg kunnen bieden. Daar is inloop, levendigheid, ook van mensen die geen zorgvraag hebben, zit de belbus, de maaltijdvoorziening, de repairshop en de personenalarmering, etc. Onze fractie heeft de indruk dat we nog veel kunnen leren van en met de buren. Hoe organiseren we het scheppen van de ‘eigen kracht’ en de noodzakelijke voorzieningen daarvoor?
Wij zouden daar als raad beter bij betrokken kunnen en moeten worden, samen met de WMO-raad. Te beginnen via een gemeentelijk visiestuk over ‘hoe we noodzakelijke of gewenste buurtvoorzieningen moeten positioneren en inrichten vanuit de optiek van de ontwikkeling van die ‘participatie’maatschappij’. Ook de Handreiking van de VNG beveelt een dergelijk beleidsstuk aan als basis voor het scheppen van een breed draagvlak. Onze fractie zou van het College graag een beleidsstuk als hiervoor omschreven willen ontvangen ter bespreking in de raad en met de WMO-raad. Wij vernemen van de andere fracties graag hun mening daarover.
Kernplan Voerendaal
Het kernplan Voerendaal baart onze fractie zorgen. De houding van de ontwikkelaar roept vragen op. Waarom is deze niet conform afspraak de afnameverplichting nagekomen. Een dagvaarding blijkt nodig te zijn. Een dagvaarding van een ontwikkelaar die nota bene door dit college ruimschoots tegemoet is gekomen bij de verwerving van het laatste pand dat nodig is voor de ontwikkeling van het kernplan. Overigens zonder dat het college de raad hierover heeft geconsulteerd of zelfs maar heeft geïnformeerd. Een bestuurlijke doodzonde naar onze mening.
Het college stoomt intussen in het kernplan door. Er moet immers daadkracht worden uitgestraald. De sloop van de panden en de aanpak van de openbare ruimte is in volle gang. Hoe risicovol is dit? Straks ligt er een gat in het centrum, maar weigert de ontwikkelaar vaart te maken. Een College met de ambitie om kost wat kost vooruit te gaan, is een prooi voor de projectontwikkelaar. Heeft de ontwikkelaar ons straks niet in een wurggreep, waaruit de gemeente zich straks alleen kan bevrijden door de ontwikkelaar nog verder tegemoet te komen? Volgens onze fractie zijn de afspraken uit 2010 helder. Ook voor de ontwikkelaar.
Tot slot
In het afgelopen jaar liep de spanning soms hoog op. Collegeleden gingen rollebollend de straat op. Roepen elkaar via de krant ter verantwoording over hetgeen gezegd is in en gelekt uit B&W-vergaderingen. Bij navraag blijkt het dan weer niet uit de B&W te zijn, maar was het ‘collegiaal overleg’. Wel in de krant roepen, maar niet in de raad willen uitleggen waar het nu eigenlijk over ging.
Wij zagen graag een eind aan die cultuur van beslotenheid en geheimzinnigheid. Een meer democratisch en transparant bestuur. Openbaarheid als regel, vertrouwelijkheid alleen als uitzondering, als het echt noodzakelijk is. Met verantwoording achteraf. Straks heeft Voerendaal de kans die richting te kiezen.
Fractie PvdA