HELLEBEUK: WAAROM VOERENDAAL TEN ONRECHTE KOOS VOOR DE BEHEERSVERORDENING
Onlangs stond er een artikeltje in de krant over het besluit van de minister inzake Hellebeuk. De minister noemt het besluit tot legalisatie van de illegale permanente bewoning onwettig , maar vernietigt het besluit van de gemeenteraad niet. Dat artikel roept toch een boel vragen bij mensen op. Daarom willen we als fractie verduidelijken wat de minister nu heeft besloten.
Waren we tegen het legaliseren van de permanente bewoning?
In beginsel was legalisering van permanente bewoning altijd bespreekbaar voor ons. Maar wel onder voorwaarden. Zo mocht het de gemeente geen geld kosten. En de rechten van de legale gebruikers moesten niet worden aangetast.
Dat eerste is altijd een risico gebleven. De kans bestaat dat de gemeente uiteindelijk toch moet opdraaien voor de kosten van infrastructuur. Er is een risico op een zogenaamde ‘onverschuldigde betaling’, waarbij de bewoners van de Hellebeuk na legalisatie toch de kosten voor verbetering van rioleringen en straten, kunnen afwentelen op de gemeente. Dat risico was voor ons de belangrijkste reden om in 2008 te kiezen tegen legalisatie en vóór een traject met een passende gedoogregeling. In die regeling konden de permanente bewoners op het park blijven wonen, maar de woning zijn na hun vertrek alleen nog als recreatiewoning te gebruiken.
Doordat nu gekozen is voor een constructie waarbij de infrastructuur (wegen, rioleringen etc.) in eigendom blijven bij de Vereniging van Eigenaren, is het risico op ‘onverschuldigde betaling’ weliswaar kleiner geworden, maar niet verdwenen. Niet uitgesloten is dat over enkele jaren een nieuwe generatie bewoners zijn beklag gaat doen en bezwaar maakt tegen de betaling van de Rioolheffing en de OZB: ‘We moeten wel betalen, maar krijgen er niets voor terug !’. En zo zou Voerendaal dan alsnog opdraaien voor investeringen die de huidige illegale bewoners zich uitspaarden.
Het tweede punt, het respecteren van de rechten van de legale gebruikers, is niet gehonoreerd. Zeker niet met het raadsbesluit van 2013. Daarover verderop.
Inmiddels is er sinds 2008 een nieuw argument dat we moesten afwegen bij een besluit tot legalisatie: de regionale krimp. Legalisatie betekent dat er 45 permanent bewoonbare koopwoningen in de loop der jaren extra op de markt komen. En dat gaat tegen de afspraken in om het aantal woningen niet te laten toenemen. Die afspraken staan in het Volkshuisvestingsplan. Op basis van dat plan moest bij de sloop- en herbouw in de TLV-buurt het aantal woningen na de herbouw kleiner zijn dan voordien. Het is niet logisch om dan elders het aantal woningen toe te voegen.
Het legalisatiebesluit van de raad van Voerendaal van 2013.
De raad van Voerendaal heeft deze zomer besloten om de illegale permanente bewoning op Hellebeuk te legaliseren. Mensen die de bungalows recreatief gebruiken (verhuur) komen, door dit besluit, te zitten tussen een meerderheid van mensen die de woningen permanent bewonen.
De raad heeft besloten de legalisatie mogelijk te maken door gebruik te maken van het instrument Beheersverordening. Normaal zou dat moeten gebeuren door een wijziging van het bestemmingsplan, maar de raad zag daarvan af omdat die gang problemen kon opleveren met eisen die de Provincie stelde en omdat de procedure sneller en goedkoper is.
Wij waren tegen het legaliseren van permanente bewoning nu. De redenen zijn hiervoor gegeven. Bovendien waren wij van mening dat het gebruik van het instrument Beheersverordening niet passend was in deze situatie.
Daarop hebben wij, samen met CDA en VVD, de minister gevraagd het raadsbesluit voor te dragen voor vernietiging door de Kroon.
Waarom Voerendaal niet had moeten kiezen voor de Beheersverordening.
Wij hebben de minister gevraagd het raadsbesluit voor vernietiging voor te dragen op grond van een aantal redenen:
1. Het instrument Beheersverordening is niet bedoeld als instrument om illegale bewoning te legaliseren; dat moet via een bestemmingsplanwijziging.
2. Het instrument Beheersverordening ontneemt betrokkenen en belanghebbenden elk recht op inspraak en mogelijkheden tot beroep en verweer.
3. In de Beheersverordening van de gemeente Voerendaal is een voorwaardelijk gebruik opgenomen. De Beheersverordening kent die mogelijkheid niet.
De minister heeft daarop als volgt besloten:
Op grond van de overwegingen 1 en 2 oordeelt de minister dat het besluit van de raad van de gemeente Voerendaal in strijd is met het recht. Populair gezegd: het gebruik van de Beheersverordening is hier onwettig. De raad had zo niet mogen besluiten. De minister geeft ons volmondig gelijk. Voor vriend en vijand was dat geen verrassing meer. Menigeen was, na bestudering van de stukken, al tot die mening gekomen.
De minister gaat de casus Voerendaal nu overal bekend maken. Alle gemeenten en provincies worden aangeschreven, zodat ze voortaan weten dat de procedure Voerendaal onwettig is. Wat in Voerendaal is gebeurd kan dus nooit meer ergens anders worden herhaald. De casus Hellebeuk is dus nieuwe jurisprudentie waardoor de naam Voerendaal lang zal voortleven in de wetboeken, zelfs als de gemeente niet meer zou bestaan.
Met deze uitspraak en het aankondigen van deze actie verklaart de minister: ‘Hiermee heb ik mijn belang veilig gesteld’. Om vervolgens, tegen de verwachting en de logica in, geen inhoud te geven aan het vervolg: het terugdraaien van het onwettige raadsbesluit. En dat was voor vriend en vijand wel een verrassing.
Het mag dus niet, nooit en nergens meer. Maar in Voerendaal mag het wel doorgaan. Een inconsequent besluit dat het rechtsgevoel tart waar de partij van de minister steeds zo op tamboereert. Illegaal gedrag wordt op termijn dus toch beloond via een onwettig besluit.
De uitspraak van de minister zadelt de Voerendaalse gemeenschap op met de gevolgen van een onwettig besluit. Wat betekent dit voor het rechtsgevoel van de burgers? Hoe leg je dat uit aan de bewoners/huurders van de TLV-buurt? Die van de rechter te horen krijgen dat ze hun woningen vanwege de krimp moeten ontruimen. En die krimpopgave wordt tegelijkertijd nog vergroot door toepassing van een onwettig raadsbesluit.
De krant van donderdag 21 november.
De wethouder stelt tegenover de krant “Als ik op voorhand weet dat ik een onwettig middel gebruik, dan doe ik dat niet’. Logisch lijkt dat. Zeker als je de functie hebt om de ‘wet te houden’. De vraag is natuurlijk: ‘had je het vooraf kunnen weten’? Of heb je het niet willen weten? Het antwoord is: volmondig ja! De wethouder had het zeker kunnen weten en had het beter moeten onderzoeken. In de raad hebben wij precies de gronden genoemd waarop de minister later haar uitspraak van strijdigheid met de wet heeft gebaseerd. Adviezen van Provincie en VNG heeft het College naast zich neer gelegd. Zo gaat dat als je de inbreng van de oppositie niet serieus neemt en als College bovendien de verkeerde adviseurs kiest.
De voorwaardelijkheid in de Beheersverordening.
De derde reden in ons verzoek tot vernietiging is gelegen in de voorwaardelijkheid die is opgenomen in de Beheersverordening. Wij waren van mening dat een Beheersverordening niet de mogelijkheden kent van een voorwaardelijk gebruik. Dus dat je niet kunt stellen: ‘als jullie die en die investeringen en maatregelen niet binnen 3 jaar realiseren wordt de bestemming teruggedraaid’. Ook op dit punt stelt de minister ons helemaal in het gelijk: “Gelet op het bovenstaande is de conclusie dat een voorwaardelijke gebruiksregeling niet thuishoort in een beheersverordening. Immers een voorwaardelijke gebruiksregeling impliceert een verplichting tot de realisering van een ruimtelijke ontwikkeling…. Een dergelijk voorwaardelijk gebruik kan niet in een Beheersverordening, maar wel in een bestemmingsplan”.
Met andere woorden: als je die voorwaarden wilt stellen moet je ze opnemen in een bestemmingsplan. Maar dat ligt niet voor, de raad koos immers voor een beheersverordening en niet voor een bestemmingsplanwijziging.
Wethouder Lipsch stelt nu in de krant dat de Beheersverordening veel mogelijkheden kent om de voor- en tegenstanders tegemoet te komen. Met name de contractuele bepaling dat tennisbaan, zwembad en groenvoorziening (€ 260.000) op kosten van de permanente bewoners worden gerealiseerd en in stand gehouden.
Dat optimisme staat dus haaks op de uitspraak van de minister. Er zal straks vast wel iemand opstaan die niet meer wil betalen voor die groenvoorziening. Als die daar een zaak van maakt en verwijst naar de uitspraak van de minister, is het maar de vraag of de bepaling stand houdt bij de rechter. En op de Hellebeuk is genoeg juridische expertise om dat allemaal uit te zoeken.
Kortom, Voerendaal is nog lang niet klaar met Hellebeuk. De beker moet helemaal leeg worden gedronken. We hebben in ieder geval tijdig gewaarschuwd dat het bitter kan smaken.